Ronny Lobo is architect en enkele van zijn bekende ontwerpen zijn de woontorens in het stegen-gebied van Otrobanda, De VSBO SKAIH in Emmastad en het woonhuis van familie Vinck op Sunset Heights. Reeds op 38-jarige leeftijd werd hij onderscheiden met de prestigieuze Cola Debrot prijs voor architectuur. Samen met Kenneth Raymann runt hij een succesvol architectenbureau in Emmastad.
Sinds 2 jaar is Ronny directeur van N.V. Stadsherstel Willemstad. Daarnaast is hij bestuurslid van de Art Foundation Curaçao en geniet hij bekendheid als romanschrijver. Ronny is ook kunstliefhebber en de werken die hij koopt krijgen een plekje op zijn kantoor of bij hem thuis.
Vormgeving en kunst zijn voor Ronny Lobo essentieel. “Beiden kunnen ons verleiden tot bewondering, verwondering of zelfs afkeer. Of wij iets mooi vinden of lelijk, of iets goed werkt of irritaties opwekt, het is altijd van invloed op ons, ons functioneren, onze gedachten en ons leven van alledag”.
Soms wordt kunst gezien als iets verhevens, alleen toegankelijk voor de rijken, maar dat idee bestrijdt Ronny. “Kunst en creativiteit is juist voor iedereen. Kunstenaars laten ons zien dat de dingen niet zo absoluut zijn als het lijkt. Door ons op verschillende manieren naar iets te laten kijken, verruimen ze onze blik en dat werkt bevrijdend.”
Ronny ervaart dat er op Curaçao veel meer aandacht is voor kunst dan voor architectuur. Er zijn veel kunstenaars, kunstgaleries, exposities, evenementen en publicaties. Hij noemt ook Instituto Buena Bista, waar aspirant kunst studenten worden voorbereid voor toelating tot de kunstacademie in Nederland. Dat zijn allemaal onderdelen die hij als positief ervaart. “Zeker als je erbij in acht neemt dat het een klein eiland betreft, dan is er behoorlijk wat aandacht voor”, voegt hij toe.
Ondanks dat er genoeg gebeurt ziet Ronny wel ruimte voor verbetering in de kunstsector. Als hij nu naar een expositie gaat zijn de bezoekers die hij daar ziet voornamelijk witte mensen, die ouder zijn én welgesteld. Dat kan anders vindt hij: “Er moet vanuit de hele gemeenschap een grotere betrokkenheid zijn, van jong tot oud. Waarbij wel steeds het onderscheid tussen kunst en kitsch moet worden gemaakt. Kunst onderscheidt zich meer door de originaliteit en de universele kwaliteit hiervan.” Daarom is hij van mening dat scholen zich meer op kunst moeten richten. Hoewel het vak Cultureel Artistieke Vorming (CAV) op scholen is geïntroduceerd, constateert hij dat docenten zelden met hun klassen naar exposities gaan.
Curaçao zou meer aandacht moeten besteden aan kunstzinnige vorming, zelfs op jonge leeftijd. Ronny merkt bijvoorbeeld op dat hij in Colombia jonge schoolkinderen met hun docent in het museum tegenkomt. Hoewel niet elk kind talent heeft voor kunst, benadrukt hij dat die kunstzinnige vorming wel van groot belang is. Het doel is om de creativiteit van het kind zoveel mogelijk te stimuleren en het onderscheidend vermogen aan te scherpen.
Daarbij komt dat kunstenaarschap ook een beroep kan zijn waarmee iemand zich kan onderscheiden. Ronny noemt Yubi Kirindongo wiens kunstwerken verspreid over het eiland te vinden zijn. Kirindongo heeft al decennia lang zijn eigen museum, galerie en beeldentuin. Hij dient als inspirerend voorbeeld van iemand die door middel van de kunst uit een negatieve spiraal is gekomen en een groot kunstenaar is geworden, die internationale bekendheid geniet.
Ronny is architect geworden omdat hij iets technisch wilde doen waarbij hij ook met mensen te maken heeft. In de praktijk merkt hij dat hij in zijn werk een groot beroep moet doen op zijn creatieve vermogens. Bij iedere opdracht moet hij zich in een andere beroepsgroep verdiepen om een goed ontwerp te maken. Een school, een ziekenhuis of een woonhuis, alles heeft zijn eigen eisen en oplossingen. “Dat maakt mijn vak boeiend. Onderwijs in beeldende vorming kan jongeren inspireren om een dergelijk vak te kiezen. Het ontwikkelen en aanscherpen van de creativiteit op jonge leeftijd, daar heb je op latere leeftijd alleen maar profijt van.”