Oud-politicus Paul Comenencia (1960) is sinds 2018 lid van de Raad van State van het Koninkrijk en woont daarom in Den Haag. Begin april 2025 ben ik enkele dagen in Nederland en maak van de gelegenheid gebruik om hem op te zoeken. De woning waar hij met zijn vrouw Diana verblijft is licht, zonnig en modern ingericht. Ik word gastvrij ontvangen in een warme sfeer. Zodra ik binnen ben, zie ik kunst, en ik herken werk van verschillende Curaçaose kunstenaars.
Paul heeft een serieus gezicht, maar in zijn houding zit iets lichts. Vanachter zijn bril kijken zijn ogen je schrander aan. Hij is vriendelijk, gevat en snel om te lachen. Soms zelfs een beetje olijk. Hij kan prachtig vertellen: bij elk kunstwerk hoort een verhaal of anekdote. Tijdens het bezoek blijkt dat hij een bijzonder verhaal heeft over zijn eerste kunstaankoop. Hij deelt het met een ontwapenende openheid.
Vijftig gulden
Paul is twaalf jaar oud als zijn moeder hem op een dag onverwachts meeneemt naar een kunstexpositie. Voordat ze de auto uitstappen, stopt Enid (Dudi) Comenencia-Berg (1937-2022) haar oudste zoon een bankbiljet toe en zegt, “Nu ga jij je eerste kunstwerk kopen.”
Als Paul het biljet nieuwsgierig bekijkt, blijkt het vijftig gulden te zijn. Met het geld veilig in zijn broekzak stapt hij aan de zijde van zijn moeder de expositiezaal van Landhuis Bloemhof in.
Elis Juliana
Binnen treft Paul een expositie van kleine koraalbeelden en miniatuurtekeningen van Elis Juliana (1927-2013). Hij kent Elis Juliana van diens verhalen op radio en televisie. Het verbaast hem niet echt dat de man klaarblijkelijk óók kunstenaar is.
Paul loopt rond en bekijkt de kunstwerken aandachtig. Hij herinnert zich dat je een vergrootglas kon gebruiken om de miniaturen te bestuderen. Uiteindelijk kiest hij voor de tekening ‘Funchi ku Piská – Armenkost’. Zijn budget is nét voldoende en zijn moeder is het volmondig eens met zijn keuze.
Een ielig visje
“Je ziet dat de bol funchi heel groot is, en erbovenop ligt zo’n ielig visje, nauwelijks zichtbaar. Het oogt echt heel sneu,” merkt Paul licht geamuseerd op. Waarom zijn keuze destijds juist op dit werk viel, kan hij zich vijftig jaar later niet goed meer herinneren.
“Wellicht had ik nu iets anders gekozen,” zegt hij nadenkend. Na een korte stilte vervolgt hij, “Maar als twaalfjarige ben je je natuurlijk al heel bewust van de ongelijkheid in de maatschappij.” Achteraf vermoedt hij dat de wrange werkelijkheid en rake typering van armoede hem ontroerde, al wist hij nog niet precies waarom.
Het verdween in de kast
Ik vind Pauls verhaal verrassend en informeer geïnteresseerd naar wat er daarna gebeurde. Paul moet lachen, want er gebeurde verder niet veel, vertelt hij. Bij thuiskomst nam zijn moeder de tekening van hem over. “Ze zei: ‘Ik bewaar het totdat je er zelf voor kan zorgen,’ en met die woorden verdween het in de kast.”
Lege wanden
Na de middelbare school haalt Paul zijn bachelor in Communicatiewetenschap aan de universiteit van Puerto Rico. Van daaruit vertrekt hij naar Washington DC voor zijn master in Communication and Public Affairs. Hij is 26 jaar oud als hij midden jaren tachtig terugkeert naar Curaçao. In het appartement dat hij huurt staren de lege wanden hem aan.
Dan, na al die jaren, krijgt hij van zijn moeder de tekening van Elis Juliana terug, samen met een stapel boeken over Curaçao. Volgens haar mochten die in zijn leven en boekenkast niet ontbreken. “Het was alsof het de uitzet voor mijn eerste appartement was,” zegt Paul met een lach.
Twee bijzondere momenten
Tot op de dag van vandaag koestert hij die eerste aankoop. “Het grappige is,” zegt Paul, “dat dit kunstwerk bij mij twee bijzondere herinneringen oproept. Het moment van aankoop, toen ik als kind met mijn moeder tentoonstellingen bezocht, én veertien jaar later, toen ik 26 was en het weer van haar terugkreeg. Pas als je zelf ouder wordt, begrijp je wat je moeder er echt mee bedoelde, en de zorgzaamheid die erachter schuilging.”
Opnieuw ontdekken
Daarna herontdekt hij Elis Juliana -die toen nog leefde- en beseft dat hij een culturele duizendpoot is.
“In de periode dat ik bij de Kamer van Koophandel werkte, benaderde ik Elis voor de eindejaarskaart voor onze relaties. Hij maakte een eenvoudig maar veelzeggend ontwerp. Het was een afbeelding met twee kaarsen: een kaars die bijna opgebrand was, naast een nieuwe kaars,” vertelt Paul.
Peinzend vraagt hij zich hardop af of iemand die kaart misschien nog heeft.
Uitstapjes
Naast de interesse van zijn moeder voor kunst en cultuur herinnert Paul zich dat zijn tekendocent op de middelbare school, Ria Houwen (1947-2025), de klas regelmatig meenam op uitstapjes naar een tentoonstelling, bijvoorbeeld bij Het Curaçaosch Museum. Hij besluit om, wanneer de gelegenheid zich voordoet, zelf ook exposities te bezoeken.
Vogels
Na zijn huwelijk met Diana bezoeken ze samen tentoonstellingen, en bepalen ze in overleg wat er gekocht wordt. Toch drukt Diana duidelijk haar stempel op hun gezamenlijke aankopen. Ze houdt namelijk van geabstraheerde vogelfiguren, en daardoor valt hun keus regelmatig op kunstwerken waarin vogels worden uitgebeeld.
Paul vertelt op levendige wijze hoe hij voor zijn echtgenote eens een geschenk ging uitzoeken. Hij bezocht daarvoor het Wassenaarse atelier van beeldhouwer Brigitte Wawoe (1939-2025) en vond er een mooi bronzen beeld van een vogeltje. Paul vond één vogel genoeg, maar Brigitte stond erop dat hij een set kocht en daarom kreeg Diana uiteindelijk twee vogels.
“Brigitte legde het als volgt uit,” zegt hij: “Als je verliefd bent, staan de twee vogels dicht bij elkaar. Maar als, zoals in elke relatie gebeurt, de een boos is op de ander, dan plaats je ze uit elkaar en draai je ze met de rug naar elkaar toe. Mocht een van de twee het dan weer goed willen maken, dan kun je elkaar een signaal geven, door één vogel een beetje naar de ander toe te draaien.” Terwijl Paul vertelt, verplaatst hij de beeldjes, zodat ik kan zien wat hij bedoelt. Het plezier waarmee hij de anekdote vertelt, werkt aanstekelijk en voor ik het weet, schiet ik in de lach.
Kunst kopen
Diana en Paul kopen het liefst werk van kunstenaars van Curaçao. Paul is oud-diplomaat en woont vier jaar met zijn gezin in Brazilië. Hoewel hun hart bij Curaçaose kunst ligt, kopen zij daar een groot schilderij van een Braziliaans-Nederlandse kunstenaar Diana Wolters Huidobro, die op dat moment in Rio de Janeiro werkt.
“Natuurlijk kopen we vooral wat we mooi vinden en ons aanspreekt. Een enkele keer doe je het eveneens om de kunstenaar te steunen,” verklaart Paul. “Meestal proberen we ons voor te stellen of we het werk wel of niet in ons huis kunnen zien. En we moeten het ons gemakkelijk kunnen veroorloven. Als het buiten ons budget valt, wordt er niet gekocht.”
Paul wijst ook op de adviezen die hij regelmatig kreeg van de voormalige galeriehouders Lusette en Herman Verboom. Hun tips waren soms nét dat extra zetje richting een mooie aanwinst.
Sommige werken zijn al langer in de familie, zoals het schilderij Winkelsteeg van Luigi Pinedo (1926-2007), dat vroeger bij zijn schoonouders in de woonkamer hing.
Band met Curaçao
De kunstcollectie is door de jaren heen gegroeid en is iets wat het echtpaar bindt. Het samen reizen, concerten bijwonen, musea of tentoonstellingen bezoeken en kunst kopen, is onderdeel van hun leven. “Onze kinderen zijn opgegroeid met liefde voor Curaçaose kunst, en we zien dat mede daardoor hun band met het eiland heel sterk is.”
De miniatuur van Elis Juliana, het werk waar het allemaal mee begon, heeft in hun huis een speciale plek, waar ze het elke dag zien. “Het verveelt nooit, want de piepkleine tekening bevat zoveel details. Het trekt ook altijd de aandacht van bezoekers. Ik zou het voor geen goud willen missen,” voegt Paul met een glimlach toe.